Picture Meeting 1 februari 2019
03-06-2019Door Diana de Man, schilderijenrestaurator, Schiedam.
De Picture Meeting werd op 1 februari 2019 voor de 20ste keer georganiseerd door Klaas Jan van den Berg (onderzoeker RCE en hoogleraar Chemische aspecten van conservering en restauratie van cultureel erfgoed, in het bijzonder schilderkunst bij de UvA) bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in Amersfoort. Het is een vrij toegankelijke bijeenkomst waarin kennis met collega’s kan worden gedeeld over zowel onderzoek als restauraties. Daarnaast is het een moment om input te vragen van vakgenoten over diverse onderwerpen. De Picture Meeting is niet alleen bedoeld voor restoratoren, maar ook voor conservatoren, natuurwetenschappers en kunsthistorici – zowel professionals als studenten.
Tijdens deze editie werden de volgende onderwerpen gepresenteerd:
- The use of green and blue organic pigments by Talens (1920-1950) – Rika Pause (RCE)
- Painting techniques by Jackson Pollock. Technical Research on his paintings in the Stedelijk Museum – Louise Wijnberg
- Research into water-miscible oil paints by Talens, Lukas and Winsor&Newton – Alma Jongstra (UA)
- Research into the materials of a large painted backdrop dated 1920-30s from the Casino-cinema in Breda – Inez van der Werf (RCE)
- New conservation materials in development: Preliminary results of a study into CSGI sticky gels – Sepha Wouda (UA)
- Wall paintings in the Netherlands in the 20th Century: painting materials – Rutger Morelissen (RCE)
- Talens Eta Paint and a wall painting by Lex Metz – Lisanne van den Heuvel (freelance/CMOP project)
- Improved micro-fading device for risk assessment of colour change in Van Gogh’s works – Gauthier Patin (UA)
- Rembrandt’s Pendant Portraits of Marten Soolmans and Oopjen Coppit: Aspects of Research and Conservation – Petria Noble and Susan Smelt (Rijksmuseum)
- Paintings on the move. A condition survey in preparation of the move from depot Lelystad to CCNL in Amersfoort – Saskia Smulders (RCE) and Maranthe Lamers (Rijksmuseum)
- Technical research on Rogier van der Weyden in the Mauritshuis – Carol Pottasch (Mauritshuis)
Na de introductie van Klaas Jan van den Berg, sprak Rika Pause over haar onderzoek naar de oorsprong en de lichtgevoeligheid van verschillende groene en blauwe pigmenten gefabriceerd door Talens tussen 1920 en 1950. Haar onderzoek richtte zich op groene en blauwe pigmenten, omdat de recepten van deze pigmenten vaker veranderden dan de meer stabiele gele en rode pigmenten. Voor dit onderzoek maakte Pause gebruik van de oude recepten en verftubes uit het Talens archief van de RCE.
Schilderijenrestaurator Louise Wijnberg vertelde over de schildertechniek van Jackson Pollock op basis van uitgebreid technisch onderzoek naar zijn schilderijen in het Stedelijk Museum Amsterdam en andere instellingen. Wijnberg vertelde daarnaast over de ontwikkeling die Pollock als kunstenaar doormaakte. Met name over de snelle vlucht die Pollocks carrière nam met de steun van Peggy Guggenheim. Onder andere door de opdracht die Guggenheim aan Pollock gaf voor het creëren van het immense schilderij Mural voor de hal van haar woning in New York (Foto 1). Wijnberg benadrukte dat het interessant was dat Pollock zeer georganiseerd te werk ging en een terugkerende systematiek gebruikte in al zijn werken.

Alma Jongstra, PI II student Conservering en restauratie aan de Universiteit van Amsterdam, presenteerde haar drie maanden durende onderzoek naar de watermengbare olieverven van Talens, Lukas en Winsor & Newton. In dit onderzoek bestudeerde ze verschillende eigenschappen van deze watermengbare olieverven, waaronder de hardheid. De hardheid van de verflagen van de drie verschillende merken werden door Jongstra getest door potloden van verschillende hardheden over het oppervlak te duwen met een gelijkmatige druk. Hieruit bleek dat druk van het meest zachte potlood al veel schade aan de alle drie de verven opleverde. Hieruit kon voorlopig geconcludeerd worden dat met watermengbare olieverven een vrij zachte verflaag wordt gecreëerd. Jongstra benadrukte dat uit dit onderzoek meer vragen zijn gerezen en dat het interessant is verder onderzoek te doen naar dit vrij nieuwe materiaal.
Inez van der Werf van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed vertelde over de materialen en de conditie van een zeer groot achterdoek dat is ontdekt in de Casino-bioscoop in Breda. Het achterdoek werd geschilderd door kunstschilder Van Dam en is gedateerd in 1933 (Foto 2). Van der Werf benadrukte dat de grootste uitdaging is om een geschikte nieuwe bestemming te vinden voor dit zeer grote werk, aangezien de locatie waar het achterdoek is ontdekt wordt omgebouwd tot een foodhal. De conditie van het achterdoek werd vastgesteld door schilderijenrestaurator Marjan de Visser en hieruit bleek onder andere dat er sprake was van poederende verf. Voor de eventuele behandeling werd input gevraagd vanuit het publiek. In het verleden is er namelijk een soortgelijk achterdoek met vergelijkbare conserveringsproblemen behandeld door studenten tijdens een Summerschool in Halden, Noorwegen.

Sepha Wouda, PI II student Conservering en restauratie aan de Universiteit van Amsterdam presenteerde de voorlopige testresultaten van een nieuw conserveringsmateriaal, de CSGI sticky gels. In haar drie maanden durende onderzoek bestudeerde ze de karakteristieken van de gels in verschillende verschijningsvormen. Uit verschillende testen die zij deed met deze gels bleek dat er residuen achterbleven op het testoppervlak. Zij concludeerde dat de gels eerst verder ontwikkeld en verbeterd moeten worden voordat deze veilig toepasbaar zijn in conservering.
Het gebruik van Talens Eta Paint in de muurschilderingen van de Nederlandse kunstenaar Lex Metz werd besproken door Lisanne van den Heuvel (freelance/CMOP). In haar onderzoek onderzocht Van den Heuvel of Metz gebruik maakte van Eta verven voor deze muurschilderingen. Uit haar onderzoek bleek dat het gebruik van Eta verf niet ongewoon was bij kunstenaars. Eta verven werden oorspronkelijk ontwikkeld om etalages te schilderen en hebben een karakteristiek mat uiterlijk. Zij concludeerde dat het zeer aannemelijk was dat Metz gebruik heeft gemaakt van Eta verf voor zijn muurschildering.
Gauthier Patin lichte de opzet van zijn vierjarige PhD onderzoek aan de Universiteit van Amsterdam voor toe in zijn presentatie. Voor zijn PhD onderzoek wordt een micro-fading tester (iMFT) geïmplementeerd om de mate van verkleuring van verschillende verven en schrijfmaterialen van Van Gogh te onderzoeken. In de eerste fase van de PhD zal de micro-fading tester verder worden verbeterd in samenwerking met de RCE (Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed) en het Rijksmuseum. In de tweede fase zal de micro-fading tester worden toegepast op verfmonsters. De uitkomsten van het onderzoek zullen bijdragen aan de ontwikkeling van een model die een betere voorspelling kan geven van het risico van de blootstelling aan licht en de te verwachten kleurverandering op schilderijen van Van Gogh. Via de website www.microfadingphd.wordpress.com kan het onderzoek worden gevolgd.
In het Rijksmuseum werd tussen 2016 en 2018 de restauratie uitgevoerd van de nieuw geacquireerde pendant portretten van Marten Soolmans en Oopjen Coppit, geschilderd door Rembrandt in 1634. Petria Noble presenteerde zowel het kunsthistorische als het materiaal-technische onderzoek en de uiteindelijke behandeling van beide portretten. Esther van Duijn onderzocht de restauratiegeschiedenis van beide werken. Naast archiefonderzoek zijn de verschillende lagen van de schilderijen geanalyseerd. Hieruit bleek onder andere dat op beide schilderijen een verouderd eiwitvernis aanwezig was. Door de compositie van de verschillende lagen moesten er verschillende methodes van vernisafname worden toegepast. Het sterk vergeelde en gecraqueleerde eiwitvernis is in beide schilderijen aanwezig en moeilijk te verwijderen. Pemulen tr-2 gel (ph 7,5) was effectief in het reduceren van het eiwitvernis in de mantel van Marten en het haar van Oopjen. Hoewel het niet mogelijk was alle eiwitvernisresiduen te verwijderen is er een enorme verbetering bewerkstelligd en zijn er veel nieuwe dingen bekend over de restauratiegeschiedenis van beide portretten. Bovendien is er veel inzicht verkregen in de technieken en materialen die Rembrandt gebruikte. Meer informatie over het onderzoek en de restauratie van Marten en Oopjen is te lezen in de twee artikelen in de Rijksmuseum Bulletin editie 2018/4.
Saskia Smulders presenteerde samen met Maranthe Lamers de conditie survey die in drie fases werd uitgevoerd ter voorbereiding van de verhuizing van het depot van het Rijksmuseum in Lelystad naar het nieuwe Collectiecentrum in Amersfoort. Deze zeer praktisch presentatie gaf een mooie kijk op alle stappen die genomen moeten worden om een zeer grote collectieverhuizing veilig te laten plaatsvinden. Saskia Smulders vertelde over alle werkzaamheden die zij uitvoert op het gebied van registratie van de objecten. Hierbij zorgt zij dat de locatie en het objectnummer correct zijn en elk object een barcode heeft. Alle oude ophangsystemen zijn in fase 1 vervangen voor het Helicon systeem. Ook zijn alle schilderijen zonder lijst voorzien van een transportframe. Maranthe Lamers controleert in de tweede fase de conditie van alle 3400 schilderijen en 1000 lijsten, zodat er een duidelijk beeld kan worden gevormd de behandeling en transporteisen die nodig zijn om de schilderijen te kunnen verplaatsen naar het nieuwe depot. Om deze informatie inzichtelijk te maken voor de verschillende medewerkers gebruikt het Rijksmuseum het programma Sharepoint.
In de laatste presentatie vertelde Carol Pottasch over de lopende restauratie en het technisch onderzoek naar De bewening van Christus van Rogier van der Weyden in het Mauritshuis. De restauratie was noodzakelijk omdat de vele vernislagen waren vergeeld en oude retouches waren verkleurd. Het doel van de behandeling was het terugbrengen van de kleurnuances in het schilderij. De vernisafname werd uitgevoerd met Evolon en Japans papier in combinatie met een mengsel van oplosmiddelen. In de laatste maanden werd gewerkt aan het verwijderen van de overschilderingen. Retouches werden verwijderd met Pemulen Tr-2 en Carbopol of mechanisch. Na vernisafname bleek dat op de blauwe oppervlakken nog een (vernis)laag aanwezig is die niet verwijderd kon worden met de gangbare reinigingssystemen. Het publiek werd gevraagd of zij soortgelijke problemen zijn tegengekomen en een methode hebben om deze laag te verwijderen. Het advies was om eerst de samenstelling van deze laag te analyseren in de verfdwarsdoorsnede zodat dit vraagstuk kan worden opgelost.
De organisator Klaas Jan van den Berg gaf aan dat dit jaar mogelijk een tweede Picture Meeting wordt gehouden met het onderwerp Grounds. De Picture Meeting is gratis toegankelijk. Aanmelden kan via de website van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.