
Tekst Roos Keppler
Redactie Bernice Crijns, Aafje Bouwhuis en Nanon Journee
Inleiding
Een tiental restauratoren bezocht op 26 januari 2018 de kerk in Echteld. Bouwhuis en Journee gaven hen een uitgebreide toelichting op de restauratie samen met Dirk Schellaars, de restaurator die 18 jaar geleden de restauratie deed. Hij legde in 1999 een fragment verder vrij, dat in de jaren 50, van de vorige eeuw, was ontdekt
Iconografie
Het schip van de huidige Protestantse kerk dateert uit de 12de eeuw en het koor uit de 14de eeuw. De toren is 19de eeuws. De schilderingen bevinden zich in het koor. De schildering links verbeeldt het Laatste Oordeel, met de Hemelpoort en Hellepoort. Vrij gedetailleerd. Maar dat is moeilijk te zien als je het niet weet. Paul Le Blanc heeft een uitgebreide kunsthistorische beschrijving van de schilderingen gemaakt.
De andere schildering aan de rechterzijde is Joris en de draak. De draak krijgt elke dag twee schapen te eten. Dit verandert op een gegeven moment in een schaap en een kind. Welk kind het wordt, is door het lot bepaald. Op een zeker moment wordt bepaald dat de dochter van de koning, de prinses, gegeten zal gaan worden. Dan komt Joris die zegt de draak te zullen temmen als iedereen zich bekeert…
Op de overige wanden van het koor waren ooit de apostelen afgebeeld, nu zijn er nog maar enkele fragmenten zichtbaar.
Restauratiegeschiedenis
De schildering was qua kleur donkerder en intenser vlak na het vrijleggen.
Er is een witte waas ontstaan nadat Dirk zijn werkzaamheden had uitgevoerd in 1999/2000. Uit foto’s van 2004 blijkt dat deze witte waas in ieder geval toen al zichtbaar was. De retouches die hij heeft uitgevoerd met Funcosil hebben wel hun kleur behouden en daaromheen is het wit uitgeslagen. De witte waas lijkt te gaan om zouten die op het oppervlak kristalliseren.
De 2 grote schilderingen zijn aangebracht op de noordmuur van het koor. Deze muur was aan de achterkant oorspronkelijk buitenmuur. Ter hoogte van het Laatste Oordeel is deze enige tijd binnenmuur geweest door een aanbouw (sacristie) totdat de zolder van de aanbouw eraf ging en toen werd het voor het bovenste gedeelte weer een buitenmuur. Deze veranderingen in de loop van de geschiedenis verklaren mogelijk de verschillende gradaties van schade aan het pleisterwerk en de verfhuid.
Ook is er heel wat vocht in de schildering gekomen in de loop vd jaren, bepaalde gedeelten zijn versteend door langdurige vochtinwerking (lekkages). Ook tijdens de laatste restauratieperiode is veel vocht gebruikt. Vullingen zijn gemaakt met Jahn M60, een hydraulische mortel die uithard o.i.v. vocht. Die moet je drie dagen nat houden bij het aanbrengen.
De schildering was eerst bedekt met een centimeter dik pakket van kalklagen. Het aan het oppervlak blootleggen van de schilderingen geeft een verschuiving van het oppervlak dat bloot wordt gesteld aan het klimaat.
Dirk heeft losse delen met plextol vastgezet, m.b.v. puntlassen. Dus niet de gehele achtergrond vastgezet want Plextol kan dan als een geheel eiland werken waar je vervolgens moeilijk achter komt. De poederende gaten heeft hij eerst geconsolideerd, ook met plextol.
Schadebeeld
Zoutpikkeltjes (verschillende soorten)liggen op de schilderingen en komen door de verfhuid heen. Ook is er een egale witte waas over het oppervlak zichtbaar. De witte waas is weg te krijgen met of Akapad (latexrubber spons), mits de verf niet los zit of poederig is.
Hoe kan het dat er wel een witte waas op de schildering zit en niet op de retouches van Dirk? Die op Jahn vullingen zijn aangebracht met Funcosil. Het lijkt erop dat de Jahn M60 minder zout door laat dan de poreuze originele pleistergrond.
De hoop wordt uitgesproken dat de zouten nu zo goed mogelijk zijn uitgewasemd. Verval van een muurschildering is blijvend. Er wordt altijd vocht ingebracht ook door mensen die diensten bijwonen en/of de verwarming van de lucht en blijft er sprake van zouttransport. Kenmerkend hier is dat op alle schilderingen de witte waas zit.
Ook zijn er veel losse verfschollen. Twee jaar geleden zijn tijdens een noodconservatie al enkele verfschollen op (keuken)traphoogte vastgezet. Met injectiespuit met een fijne naald is lijm op basis van hydraulische kalk en krijt ingebracht. Hiervan blijft een residu achter in de lacunes. Daarvoor moet je eerst met water en ethanol voor bevochtigen. Bij het injecteren is zichtbaar dat de Jahn vulling niet vochtig wordt dat duidt erop dat deze dichter van structuur is dan de poreuze omgeving.
Een zandmonster is genomen van het zand van het Laatste oordeel. Aafje en Nanon gebruiken nu zelfgemaakte mortel met voegzand wat een kleinere korrel heeft voor hun grotere vullingen. Vrij ronde korrel- is zichtbaar op de powerpoint, die een vergelijking toont met de oorspronkelijke mortel.
Het rood in de schilderingen is na het vrijleggen in 1999 veel roder dan nu. Dat komt omdat het vermiljoen in de afgelopen 18 jaar is verkleurt naar zwart/bruin. De rode retouches herinneren aan de eerder nog zichtbare rode kleur.
Huidige restauratie en subsidiabele voorwaarden
Met de Brim subsidie (een subsidie verstrekt door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed die tegemoet komt in de kosten voor het reguliere onderhoud van rijksmonumenten) kan alleen het minimale gedaan worden; alleen het technisch noodzakelijke.
Een van de voorwaarde voor de Brim was om er een dergelijke studiemiddag aan te koppelen. Zie over de BRIM regeling: https://cultureelerfgoed.nl/dossiers/subsidies/instandhoudingssubsidie.
Klimaatproblematiek in kaart brengen
Aafje haalt aan dat we niet al onze schilderingen om zeep moeten helpen. We zouden eigenlijk veel meer bovenop de klimaat problematiek moeten zitten.
In de kerk van Wirdum in Groningen zijn bijvoorbeeld ook in het verleden schilderingen blootgelegd toen een dichtgemetselde raamnis opnieuw werd geopend. Maar nu na 60 jaar is er nog maar 50% van de schildering overgebleven. Wees alert op het vrijleggen an sich, want dat heeft na jaren tot gevolg dat de schildering enorm in kwaliteit achteruit gaat.
Aantal punten is wenselijk. Laten drogen vanaf de achterzijde. Zorgen dat de picturale laag niet droogt. Terugkomen na restauraties voor een periodieke check. Voorkomen van de oxidatie van vermiljoen.
Een ander voorbeeld is de onderzijde van een kolom in een kerk in Elburg, daar laat de restauratie al na 12 jaar weer los. De oorzaak daar is mogelijk het plaatsen van vloerverwarming vlak naast de kolom. Het plaatsen en storten van beton gaat gepaard met veel vocht, dat mogelijk in de zuil is getrokken die is dus vochtig geworden – en daarna snel gedroogd.
Dirk vertelt over een zoektocht in Florence naar oudere schilderingen onder die van Michelangelo. Dat werd met een thermische camera gedaan. Verschillende soorten pigmenten nemen verschillende soorten warmte op…. maar ze zagen uiteindelijk alleen de steenblokken. Dus je kan thermisch vastleggen hoe de steenblokken lopen.
Een schildering toegedekt laten door kalk kan ook gevaarlijk zijn aldus Dirk. Want als men het niet weet dan gaat men er ook zodanig mee om; er wordt vaak stucwerk afgebikt.
Wanneer schilderingen blootgelegd worden zijn duidelijke plannen nodig over de omgang met de ruimte. Het is belangrijk om te leren hoe het zit met luchtstromen, vochttransport en condensvorming.
Er moeten metingen gedaan worden. Luchtstromen kun je meten. Wat doe je dan met die informatie? Er zou een basisprotocol kunnen komen. Hoe zet je die op? Een studiedag met bv TU Eindhoven, TU Delft, TNO, RCE i.s.m. Mark Stappers en restauratoren, zodat er een dialoog kan ontstaan. Waaruit dan ook basisproblemen kunnen worden gedestilleerd met hoe daar mee om te gaan.
Dirk vertelt dat in de kerk in Maurik gericht wordt verwarmd met infrarood straling. In plaats van het gehele interieur opwarmen.
Werkgroep Muurschilderingen vormgeven
Het plan wordt opgevat voor een jaarlijkse intervisie bijeenkomst met alle muurschildering restauratoren waarin projecten worden besproken, bijvoorbeeld voorafgaand aan het Kleurhistorisch Platform.
Ook wordt het nut genoemd van het opnemen van restauratie rapporten in centrale opslag, zoals bijvoorbeeld bij de RCE; met gebruikmaking van copyright onder creative commons, zie https://creativecommons.nl/uitleg/. Dirks computer met de restauratiegegevens is gecrasht, dus heel fijn dat hij Aafje en Nanon over de vorige restauratie kan vertellen zodat zij hun vragen scherper kunnen krijgen.
Er komt nu een stagiaire van de Reiwardt Academie die bij de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed (RCE) in Amsterdam gaat kijken naar het ontsluiten van onderzoeksrapporten uit de tijd van de het Centraal Laboratorium (CL), later Instituut Collectie Nederland (ICN), nu RCE.
Regio adviseurs van de RCE hebben een speciaal vakgebied: architectuurhistorie, bouwkunde, stedenbouw, landschap of archeologie. Gemeenten zijn verplicht advies in te winnen bij de Rijksdienst in geval van de vergunningverlening van sloop, herbestemming en ingrijpende wijzigingen van Rijksmonumenten. Restauratoren werkzaam in Rijksmonumenten kunnen zo te maken krijgen met de adviseur architectuurhistorie (bijvoorbeeld voor Waardestelling of Vergunning) of bouwkundige adviseur (bijvoorbeeld bij de BRIM)
Idee ontstaat onder de aanwezigen om de Regio adviseurs en Provinciale consulenten met ons kennis te laten maken.
Bijvoorbeeld in combinatie met een RN dag op locatie. Deze ideeën en activiteiten willen we kenbaar gaan maken op de website van Restauratoren Nederland.